Samenvatting les 3. Het tegenspel.
Voor het uitkomen gelden de volgende afspraken:
a. Van een serie honneurs start je met de hoogste;
b. Van een kleur met één of meer losse honneurs kom je uit met je laagste kaart (kleintje belooft plaatje);
c. Van een kleur zonder plaatjes kom je uit met een hoge middenkaart (top van niks);
De derde man doet wat hij kan, als de partner met een kleintje uitkomt; zo dwing je de vierde man een hoge kaart te leggen. Je partner kan dan waarschijnlijk later een slag maken met zijn plaatje.
Enige richtlijnen voor het spelen in verschillende posities:
– Eerste man: speel de kleur waarin je de meeste slagen denkt te kunnen ontwikkelen;
1e keus: Hoogste van serie, 2e keus: Kleintje belooft plaatje.
– Tweede man: speel laag tenzij je de slag kunt winnen;
– Derde man: als partner met een kleintje gestart is, leg dan zo hoog mogelijk;
– Vierde man: bekijk de slag en bepaal dan wat je bijspeelt.