ETIQUETTE

Vijf kulargumenten om géén arbitrage te vragen.

Wekelijks krijg ik na afloop van de clubavond vragen over gebeurtenissen aan tafel. Lastig is het altijd hier antwoord op te geven en meestal is mijn antwoord dan: Waarom heb je mij op dat moment niet geroepen, want achteraf kan ik niks meer doen.
Dat dit in de praktijk vaak gebeurd, blijkt uit een stukje wat een arbiter geschreven heeft in het Bridge Beter blad.
We zoomen in op de vijf meest genoemde kulargumenten om liever achteraf, aan de bar of per mail, de visie te vragen van een arbiter.

1. Wij zijn een gezelligheidsclub. Vragen om arbitrage drukt de sfeer.
Kul! Ik trek het predicaat ‘Kul’ alleen in als er geen uitslag is en er ook niemand naar de uitslag vraagt …..

2. Onze tegenstanders zullen ons dat niet in dank afnemen.
Kul! Deze aanname riekt naar onderschatting van de tegenstanders. Want je neemt aan dat die graag voordeel halen uit een door hen gemaakte overtreding.

3. Ik weet het niet zeker; misschien is er geen sprake van een overtreding.
Dat is goed mogelijk. Maar toch kul! Want de enige die daarover duidelijkheid kan scheppen is de arbiter.

4. Ik wil niet beter worden van een onopzettelijke vergissing/overtreding.
Kul! Als je alleen duidelijkheid wilt en echt geen voordeel, kun je de arbiter verzoeken van rechtzetting af te zien. Overigens is het volgens de spelregels niet onsportief als je wel het volle voordeel wilt hebben. Bedenk daarbij dat ook de spelregels in de meeste gevallen schade door de overtreding proberen te herstellen/voorkomen.

5. De arbiter speelt ook mee; die wil ik zo weinig mogelijk storen.
Klinkt sympathiek. Toch kul! veel arbiters klagen dat ze te weinig worden uitgenodigd, waardoor hun verworven kennis en inzicht terugloopt. De kans is groot dat je de arbiter juist een dienst bewijst met jouw uitnodiging.

overgenomen uit: Bridge Beter Magazine.